Geplaatst op Geef een reactie

Indigo 6/ Japan

Traditioneel Japans Indigo verven / Ai – Zome / bij “Living Trasure” Matsueda.

Schermafbeelding 2017-08-30 om 19.26.42

Vandaag zijn we voor de eerste dag bij de familie van mr. Matsueda. Matsueda is door de Japanse overheid benoemd als „Living Treasure”. Dit betekend dat hij er voor moet zorgen dat de indigo verftechniek die hij van zijn overgrootvader en vader heeft geleerd moet behouden en overdragen naar een volgende generatie (meer hier over) Mr. Matsueda leeft samen met zijn vrouw en zoon in het dorpje Shitoku in het gebied Korume.

De woning ligt aan de rand van een berg en is omgeven door veldjes met natuurlijke verfplanten. Het verhaal gaat dat de herkomst van de Japanse indigo verbonden is met dit gebied. Bij opgravingen zijn sporen gevonden van het verven van indigo. Er wordt aangenomen dat 1000 jaar geleden al vers indigoblauw werd gebruikt om kleding te verven. Dit werd gedaan door vers indigoblad direct met de kleding te vijzelen. Van dit proces zijn sporen gevonden. Rond 1700 is het gebied vanuit de overheid bestemd voor indigo teelt, katoen teelt en saffloer (ook een verfplant). Waarschijnlijk had dit ook te maken met de toegenomen populariteit van Indigo en katoen. De lagere klassen mochten in die tijd geen zijde meer gebruiken en zochten hun toevlucht in het indigo geverfde katoen dat vanuit China Japan was binnen gekomen.

Matsueda en zijn vrouw leren ons deze morgen hoe je van vers indigo blad een klein verfbad kan maken. Oorspronkelijk verft men in Japan met deze indigo planten:
Ai = Indigo
Taisei= Wede / Spindigo (Isatis tinctoria)
Tade-Ai = Duizendknoop (Persicaria tinctorium)
Yama-ai = Bergindigo

Vandaag werken we met verse  Ai (indigo) (藍)ofwel Polygonum tinctorum/ Persicaria tinctorium. tadeai タデアイ / dyer’s knotweed

Deze plant behoort tot de familie van boekweit. De plant komt oorspronkelijk uit China. Het werd al gebruikt in China tijdens de Westelijke Zhou periode (ca. 1045-771 voor Christus). Het werd ingevoerd in Japan vanaf de 4e en 5e eeuw.

Vandaag gebruiken we vers plant materiaal zonder toevoegingen. Als je het blad kneusd zie je al blauwe lijnen in het blad verschijnen. Ieder van ons plukt 100 bladen van de plant. De jonge kopjes moeten we laten zitten. Matsueda heeft een klein veldje van deze indigo plant. Hij gebruikt het voor educatieve doeleinden maar voed er ook zijn bad mee (samen met gefermenteerde indigo die hij lokaal inkoopt). De plant bestaat zowel met witte als met roze knopjes. De witten verven volgens Matsueda’s vrouw het beste. De indigo moet het eind van de zomer geoogst worden voordat de zaden zich ontwikkeld hebben.

Na het plukken van de bladeren worden deze gewassen en krijgen we allen een vijzel. 10x rechtsom vijzelen. 10x linksom. Net zo lang tot het blad een soort dikke pesto is geworden. Af en toe wordt er een klein beetje water bij gegoten. Matsueda verteld ons dat de de plant medicinaal is voor maag en huidklachten. We nemen een blad om te proeven. De indigo smaakt een beetje bitter maar niet echt vies. Een beetje als molsla. De vrouw van Mastueda heeft inmiddels zijde doeken verhit tot honderd graden. De indigo pasta wordt in een doek/ zeef geschept en boven een schaal uitgeknepen. In dit vocht wordt de natte zijde doek gerold, gevouwen net zo lang tot dat deze mooi groen is. Als het groen goed in de doek zit kan deze uitgeklopt worden (zuurstof komt er zo in) en na uitspoelen uitgehangen worden. De groen ballen bladafval nemen we mee als souvenier. Deze manier van verven gebruikte men 1000 jaar geleden. De methode is simpel maar de kleuren blijven zeer licht. Je kan natuurlijk wel het proces herhalen voor een donkerdere kleur. Deze link vond ik over het zelf cultiveren van Japanse Indigo

Geef een reactie